Op 14 november is Anne Bollmann na een ernstige ziekte overleden. Haar vroege dood is hard aangekomen bij de mensen met wie zij samengewerkt heeft, zowel aan de Rijksuniversiteit Groningen als elders. Bij de herdenkingsbijeenkomst, die haar huidige afdeling Europese Talen en Culturen voor haar organiseerde op 4 december, kwam dit duidelijk naar voren.
Anne liet zich vanaf het begin in Groningen kennen als een gepassioneerd mediëviste en ijveraar voor het onderwijs in de Duitse taal en cultuur. Voortbouwend op haar dissertatie Frauenleben und Frauenliteratur in der Devotio moderna: volkssprachige Schwesternbücher in literarhistorischer Perspektive, die binnen het vakgebied als fundamenteel wordt beschouwd, bleven in haar onderzoek vrouwen en kloosterzusters in de late middeleeuwen en vroegmoderne tijd centraal staan. Het onderwijs had haar hart evenzeer. Annes passie daarvoor kwam naar voren in haar colleges, maar ook in de soms felle discussies die zij ten tijde van de grote veranderingen binnen de faculteit der Letteren voerde, vanuit een sterk gevoel van verantwoordelijkheid voor de studenten en voor de wetenschap.
Vanwege haar grote kennis, zorgzaamheid en humor was Anne bij veel studenten geliefd. Ze was veeleisend, bereidde haar colleges altijd zeer zorgvuldig voor en verwachtte deze inzet ook van de studenten. Maar als de nood aan de man kwam, stond ze altijd klaar om hulp te bieden. Ze ging zelfs mee naar de dokter als dat nodig was.
Annes hartelijkheid en zorgzaamheid werden ook door de sprekers bij de herdenkingsbijeenkomst met veel waardering genoemd. Anderen binnen de universitaire gemeenschap kenden Anne eveneens op die manier, zoals de medewerkers van het ondersteunend personeel en van de Universiteitsbibliotheek. In deze bibliotheek was zij een graag geziene bezoeker. Ze leende daar zoveel boeken dat men zich weleens afvroeg of het gewicht daarvan haar niet teveel zou zijn. Ze gaf waardevolle aanschafsuggesties voor de collectie, begeleidde enthousiast de studenten bij rondleidingen en deelde hen na zo’n rondleiding of na een tentamen soms dubbele exemplaren van bibliotheekboeken uit, dan vaak voorzien van een persoonlijk advies. En als iemand van de medewerkers een tijdje afwezig was geweest, informeerde ze altijd bezorgd naar diens gezondheid.
Tegen het eind van haar leven bleek tijdens het opruimen van de mediëvistische boeken in haar werkkamer pas goed met hoeveel mensen Anne in vriendschap en onderzoek verbonden is geweest. Veel boeken bevatten persoonlijke briefjes en notities van medeonderzoekers, ook van ver buiten Groningen. Daaruit kwam steeds grote achting naar voren voor haar persoon en voor haar wetenschappelijke arbeid. Anne zal zeer gemist worden.
Annes promotor Alasdair MacDonald, haar ‘Doktorvater’ zoals Anne zelf zei, verwoordde zijn warme waardering voor Anne in de tekst die hieronder volgt.
– Cora Zwart
Anne Bollmann, who passed away on 14 November 2018, was for over twenty years a familiar and much liked figure in and around the University of Groningen. She was born in Germany, and had her training at the University of Münster, where she graduated in Germanistik, with a speciality in the Middle Ages. She came to Groningen as the result of a research co-operation agreement between the Netherlands National Research School for Medieval Studies and the University of Münster. Under this scheme, graduate students were able to pursue their higher studies in the ‘other’ country, and Anne wasthe first to come to Groningen.
From the very beginning, Anne’s friendly personality and her ability to speak Dutch allowedher to integrate easily within the new environment. Anne was outstanding in her culture and learning, in her academic and practical skills, in her sense of dedication and duty, in her psychological maturity and in her emotional intelligence. In 2004 she obtained a cum laude for her impressive dissertation on an aspect of the devotio moderna movement of the later Middle Ages ̶ whereby groups ofindependently-minded women set up, within bustling towns, religious houses in which they could lead a life of piety, support themselves by their own work, and manage their own affairs. Anne very clearly felt an affinity with the subject of her research.
Anne was appointed to a lectureship in the Faculty of Arts at Groningen, where she taught German language and also literature, both medieval and modern. She was a gifted and dedicated teacher, and was much liked by her students, who respected her high standards. She was deeply committed to improving the public image of German Studies in the Netherlands, and she also gladly made good contacts with students and colleagues in other Departments within the Faculty. Anne was always open, good-humoured and collegial, and she participated willingly in activities that crossed the artificial boundaries between disciplines. Her contribution to German and Medieval Studies at Groningen was profound, and the impact of her scholarship, though now sadly cut short, was admirable.
All those who were privileged to know Anne will feel the deepest sadness at the loss of such a caring teacher, learned colleague, and warm-hearted friend.
– Alasdair A. MacDonald